December 2017


Onze zoon heeft zich door onder andere een neurologische erfelijke ziekte vanaf zijn geboorte trager ontwikkeld dan volgens de boekjes zou moeten. Zo ging hij pas omrollen met 7 maanden, lopen met 19 maanden. Ook zijn spraakontwikkeling ging erg traag, wat niet betekende dat hij geen geluid maakte, dat doet hij tot op de dag van vandaag graag en veel! Destijds met gebrabbel (met 2,5 jaar pas een beetje praten) en nu na ongeveer 2 jaar logopedie (van zijn 3e tot 5e jaar) met hele volzinnen. Hij is dan ook inmiddels al 7. Sommige mensen kunnen hem nog steeds niet goed verstaan, zo zegt hij nog een s voor een t als hem dat beter uitkomt...

Ook met eten waren er problemen, vanaf de dag dat hij met vast voedsel mocht beginnen heeft hij geweigerd. Ook een fles of welke andere manier van drinken ook heeft hij geweigerd. Zodoende heeft hij tot 1,5 jaar alleen borstvoeding gehad. Daarna is hij langzaam op vast voedsel overgegaan. Vanwege zijn slechte mondmotoriek ging dat ook erg moeilijk.

Op een gegeven moment ging hij naar de peuterspeelzaal in onze vorige woonplaats en daar wuifde men het een beetje weg, terwijl ik zelf al voelde dat het niet klopte, hij is ons vierde kind en hoewel niet ieder kind hetzelfde is merkten we toch iets ánders ’.Later zijn we naar Papendrecht verhuisd en de peuterspeelzaal aldaar zag wel dat hij een vertraagde ontwikkeling had. Al gauw ging hij toen ook naar school en daar is eigenlijk het balletje verder gaan rollen. In groep 1 kon hij nog redelijk goed meekomen maar vanaf groep 2 kwam het serieuzere werk en hij kon niet goed stilzitten, kreeg werkjes niet af, tijdens gym was ook duidelijk dat hij dingen niet durfde maar ook echt niet  kon. Het was voor hem heel eng om bijvoorbeeld over een bank te lopen.  Rennen deed hij al helemaal niet. Het fijn motorische ging hem goed af, kleuren knippen, plakken en later schrijven vind hij erg leuk en kan hij goed. (Momenteel zet hij in no-time technisch lego in elkaar).

Om zijn ‘’niet kunnen’’ te verbloemen ging hij clownesk gedrag vertonen op school. Dat ligt beter in zijn straatje, de kinderen vonden hem grappig. Maar van volwassenen kreeg ik het commentaar dat ik een raar zoontje had (letterlijk!).

In combinatie met zijn gedrag heeft zijn juf ons gewezen op MRT van Cathrien.

In het begin kwam het op ons wel wat ingewikkeld over, de klapspelletjes, de oefeningen, het vergt wel heel wat van je om het echt elke avond te doen. Soms schoot het er ook bij in. Maar hijzelf vond het vanaf dag 1 leuk. Hij kan grote moeite hebben met te doen wat anderen hem zeggen en in het begin was dat best weleens lastig in de les, maar Cathrien weet dan toch het zo te buigen dat hij intussen doet wat hij moet doen terwijl hij denkt dat hij de leiding heeft...Voor hem is dat heel belangrijk, het gene wat hij wel kan wil hij ontzettend graag zelf bepalen, dat maak hem trots op zichzelf. Want natuurlijk zag hij dat andere kinderen wel kunnen wat hij nog niet kon, fietsen, zwemdiploma''s halen...

Onze zoon vond de puzzeltjes het leukste om te doen (omdat hij daar goed in is!) en als hij goed meewerkte kreeg hij daar wat meer tijd voor. Wij vonden het heel fijn dat Cathrien echt keek naar hoe het kind is en wat het leuk vind, wat past erbij! En dat het ook niet raar was hoe hij was. Terwijl anderen dat gevoel je wel vaak gaven of het zelfs zeiden. Heb ook meerdere keren te horen gekregen van anderen dat we hem verwenden omdat hij de jongste was, we hadden hem zelf verpest...

Na de puzzels was dan het fysieke gedeelte aan de beurt en eerst kon hij geen bal raak slaan maar wat een verschil met nu.

Door het vele oefenen, nu toch al tweeënhalf jaar is hij veel sterker geworden en nog belangrijker, bewuster van zijn lichaam en niet meer bang voor zijn eigen lichaam, want dat leek hij te zijn. Hij kan en durft nu te fietsen. Zwemmen vind hij fantastisch  (vanwege concentratie zit hij wel op privéles) en is er nooit bang voor geweest.

Ook op school boekt hij echt resultaten, hij ging maar net net over naar groep 3 en de verwachting was dat hij daarna zou blijven zitten en anders toch wel in groep 4...Daar zit hij nu in en hij doet echt niet onder voor de rest van de klas, 8en 9ens en 10en voor de meeste  vakken.

 

Wat dat betreft is dat voor ons de grootste winst, niet perse de verbetering van zijn motoriek, want door een neurologische ziekte van hem zal dat altijd wat zwakker blijven. Maar dat hij zijn lichaam onder controle heeft. En dat zijn zelfvertrouwen nog meer is toegenomen dan het al was.

Een buitenkind zal het nooit worden, hij is graag bezig met lego en knutselen maar dat is ook goed!

Hij blijft een nadrukkelijk aanwezig en praatgraag mannetje, maar is daarnaast ook een open boek, zo ontzettend grappig, lief, sociaal en aanhankelijk dat de meeste mensen meteen van hem houden als ze hem ontmoeten! En daarom ben ik blij dat we er op tijd bij waren om hem te helpen. Wanneer een kind te lang blijft aanmodderen kan het hele karakter veranderen in onzekerheid en angst.